Informatiefiche Bomen zaaien in agroforestry: een opportuniteit?
Deze informatiefiche is geschreven door Sander van Daele en is ontwikkeld in het kader van het Interreg-project CAMBIUM. Liever onderstaande tekst lezen in een document? Klik dan op: Zaaien van bomen in agroforestry: een opportuniteit?
Introductie
Zowel bij agroforestry, bosuitbreiding en stadsgroen worden bomen in Vlaanderen bijna altijd geplant en niet gezaaid. Verschillende types plantgoed worden gebruikt: bosplantgoed, hoogstammen, pootgoed. Het gebruik van plantgoed van enkele jaren oud, opgekweekt in een boomkwekerij heeft dan ook veel voordelen: er is direct zichtbaar resultaat, vanaf een lengte van 1 m is er weinig risico op overwoekering door kruidachtige vegetatie, vraatschade door kleine dieren (vogels, muizen, konijnen) is meestal geen probleem en tegen grotere dieren (ree) zijn er beschermingsmogelijkheden. Veel subsidiekanalen zijn ook georganiseerd op de toepassing van plantgoed. Maar, door het vaker voorkomen van extreme weersomstandigheden, vooral droogte en hittegolven zijn er de voorbije jaren heel wat aanplanten mislukt. Kan het zaaien van bomen een oplossing zijn bij weerbaarder plantgoed?
Nadelen van groot plantgoed
Hoe groter het plantgoed, hoe vaker de overblijvende wortel na het rooien in de kwekerij te klein is om de bovengrondse plant van voldoende water te voorzien, zeker tijdens lange droogteperiodes. Men spreekt ook over de “(ver)plantshock”: stress die planten ondervinden door in de kwekerij uit de grond getrokken te worden en elders terug aangeplant te worden. Bijkomend nadeel van plantgoed is dat de natuurlijke strategie die bij sommige boomsoorten (eiken, walnoten, tamme kastanje) voorkomt, nl. het snel vormen van een lange penwortel om vanuit diep in de grond water te kunnen opzuigen, kunstmatig beïnvloed wordt. Omdat het niet mogelijk is om een wortel van 1 m lang of meer, de effectieve lengte van de wortel na 1 à 2 jaar bij deze soorten mee te verplanten, worden deze boomsoorten in de kwekerij “afgepend”. Boomkwekers snijden deze penwortel door op een diepte van 20 à 30 cm onder de grond om de wortel compact te laten uitgroeien. Dit maakt het praktisch haalbaar om een voldoende vertakte, compacte wortelkluit mee te leveren maar neemt wel het vermogen weg om vanop jonge leeftijd al diep water te kunnen opzuigen. Ook bij planten opgekweekt in potten (maximaal 20 à 30 cm hoogte) is de ontwikkeling van deze penwortel niet mogelijk.

Figuur 1. De penwortel voordat de plant bij de kwekerij uit de grond wordt getrokken (links) en nadat de plant verplant wordt (rechts) (bron Technisch Vademecum, p81 Technisch vademecum: Bomen | Ecopedia).
Voordelen van bomen zaaien
Het zaaien van bomen staat meer in de belangstelling dan voorheen het geval was. De plantshock vindt niet plaats en de penwortel blijft behouden waardoor de jonge planten beter bestand zullen zijn tegen langdurige droogte. Door bomen te zaaien kunnen kosten bespaard worden: voor de prijs van 1 stuk bosplantgoed van wintereik heb je tientallen wintereikels bij de zaadhandelaar. Als er een mastjaar (een jaar met veel eikels aan de bomen) is, kan je ook simpelweg eikels gaan oprapen. Ook andere grote zaden (tamme kastanje, hazelaar, walnoten) zijn eenvoudig te verzamelen. Al gelden hier wel wettelijke beperkingen. In de openbare bossen is het vb. verboden om zaad te verzamelen.
Ervaring in Vlaanderen?
Er is weinig ervaring in Vlaanderen met het zaaien van bomen. In de vorige eeuw werden grove dennen en eikels frequenter gezaaid maar die praktijkkennis is nauwelijks nog aanwezig. En de weinige recente praktijkexperimenten zijn zeker niet allemaal succesvol gebleken. De kieming van zaden is een complex proces: sommige zaden (linde en gewone es) liggen over en kiemen niet in het volgende voorjaar. De soorten met bessen (wilde kers, lijsterbes, meidoorn, elsbes…) zijn gemaakt om door het darmkanaal van een vogel te gaan en zullen niet kiemen als ze niet ontdaan worden van het vruchtvlees enz. Ook vraat door vogels, insecten en knaagdieren is vaak een probleem, zelfs al worden de zaden een paar centimeter diep in de grond gezaaid. Door pas in het voorjaar te zaaien, verklein je het risico op vraat maar dan is de bewaring gedurende de winter de uitdaging: zeker grote zaden zoals eikels hebben de neiging om te beschimmelen. Overwoekering door kruidachtige vegetatie is bij zaailingen een groter risico dan bij plantgoed.

Figuur 2. Geslaagd experiment van BOS+ met zaailingen van haagbeuk: zaad geplukt in de 1e helft van september, droog bewaard met de samara (vleugelvormige vruchtomhulling) tot in november en oppervlakkig (1 cm diep) met de hak gezaaid. In hetzelfde experiment werden ook tamme kastanje en hazelaar gezaaid maar die werden bijna allemaal opgegraven door vogels en knaagdieren. De weinige overblijvers kiemden echter ook. Van de gezaaide esdoorns heeft er geen enkele gekiemd.
Bomen zaaien in agroforestry
In agroforestry zijn de omstandigheden meestal beter te controleren dan bij bosuitbreiding en door de kleinere aantallen is meer aandacht voor bescherming van de zaden zowel tegen vraat als tegen overwoekering mogelijk. Mogelijks is het zaaien van bomen daarom een piste die in agroforestry ingang kan vinden. Meer praktijkervaring en betrouwbare richtlijnen zijn echter nodig vooraleer dit kan gebeuren.
Geleerde lessen tot nu toe
Tot nu toe zien we dat grote zaden iets meer succes hebben dan kleine zaden: eikels, tamme kastanje, walnoten, hazelaars laten zich makkelijk zaaien en ook met haagbeuk zijn er al goede resultaten bekomen. Als het zaaien lukt, dan is de kans groter dat de bomen zowel op jonge als op oude leeftijd beter bestand zullen zijn tegen droogte en dat is in deze tijden best een belangrijk voordeel. In onderstaande tabel zijn richtlijnen, gepubliceerd in het boekje “Boomzaden – Handleiding inzake het oogsten, behandelen, bewaren en uitzaaien van boomzaden” (Nederlandsche Boschbouwvereeniging, 1946), die met succes aan de realiteit werden getoetst samengevat.
Tabel 1. Richtlijnen voor het zaaien van een paar bekende boomsoorten (Nederlandsche Boschbouwvereeniging, 1946)
Pluk-tijdstip |
Raap-tijdstip |
Behandeling |
Zaai-tijdstip |
Zaai-diepte |
Opmerkingen |
|
Haagbeuk |
1e helft sept |
Paar weken drogen met vruchtvleugels, niet laten beschimmelen. |
okt/nov |
1 cm |
Minder opgegeten door vogels en muizen. |
|
Tamme kastanje |
15/okt |
Direct zaaien (enkele dagen na het verzamelen). |
okt/nov |
3 cm |
Punt kastanje naar beneden, kwetsbaar voor vraat door muizen en vogels. |
|
Gewone en zwarte walnoot |
sept/okt |
Vermengen met en afdekken met 20 cm zand en buiten in een grote bloempot bewaren. |
maart |
5 cm |
Kwetsbaar voor vraat door muizen en vogels. |
|
Wintereik en zomereik |
okt/nov |
Direct zaaien (enkele dagen na het verzamelen). |
okt/nov |
5 cm |
Kwetsbaar voor vraat door muizen en vogels. |
Het is duidelijk dat cultivars niet kunnen vermeerderd worden door zaaien: het is niet gegarandeerd dat de vrucht- of andere eigenschappen via zaad worden doorgegeven. De onderstam zaaien en dan in het veld enten is een mogelijkheid voor sommige soorten maar dat vergt opnieuw specifieke expertise. Populieren en wilgen laten zich makkelijk vermeerderen door stekken/poten. Hierbij worden wel alle eigenschappen van de ouderboom doorgegeven want de stek is genetisch identiek.
Tot slot
Met deze infofiche hopen we een correct en overzichtelijk inzicht te brengen in het zaaien van bomen in agroforestry. Voor meer details, opmerkingen of vragen kun je contact opnemen met het Consortium Agroforestry Vlaanderen (info@agroforestryvlaanderen.be).