Informatiefiche Tamme kastanje (Castanea sativa)

22/02/2021

Geschiedenis van de tamme kastanje in Europa

Kastanjes werden de afgelopen eeuwen wereldwijd gecultiveerd voor hun noten en hout. Alle soorten die tot de familie van de kastanjes (Castanea sp.) behoren, produceren eetbare noten: de kastanjes. De tamme kastanjes hebben de grootste economische waarde in onze regios. De Europese tamme kastanje, Castanea sativa, is een soort afkomstig van ZuidEuropa, Azië en Noord-Afrika. De boom heeft een zeer typische brede kroon en kan een hoogte van 30 meter en meer bereiken tijdens zijn levensduur van 250 tot 500 jaar. De Japanse tamme kastanje (C. crenata) is eerder een grote struik/kleine boom, die in Europa geïntroduceerd werd vanwege zijn resistentie tegen kastanjekanker. Hybriden van de Europese en Japanse tamme kastanje werden in het verleden vaak geselecteerd vanwege de uitstekende kwaliteit van de kastanjes.

Kastanjes aan de boom


De noten van de tamme kastanje zijn heel rijk in koolhydraten (vergelijkbaar met tarwe en rijst) en suiker, terwijl ze daarentegen arm zijn in vet. Dit leverde hen de bijnaam ‘brood van de bomen’ op. De hoge voedingswaarde, samen met de rijke smaak, maakt kastanjes zeer aantrekkelijk voor de consument. De noten kunnen verst of gekookt gegeten worden, terwijl andere variëteiten dan weer gebruikt worden voor kastanjebloem. Het hout van kastanjes, wordt dan weer sterk geapprecieerd voor zijn mooie kleur, natuurlijke duurzaamheid en gemakkelijke bewerking.

De grootste producenten van kastanjes vinden we traditioneel terug in Zuid-Europa (Italië, Turkije, Frankrijk, Spanje, Portugal en Griekenland) waar kastanjeboomgaarden in de bergen generaties hebben gevoed in tijden van honger en armoede. Vandaag de dag vinden we rendabele kastanjeboomgaarden ook steeds vaker terug op minder onherbergzaam terrein in Europa.

De juiste boom op de juiste plaats

Klimaat en bodem

Alle kastanjebomen verkiezen een zonnige standplaats en zijn behoorlijk droogtetolerant. Enkele soorten gedijen ook goed in halfschaduw. Het continentale klimaat met warme zomers en koude winter geniet over het algemeen de voorkeur. In koelere, gematigde regio’s zoals bij ons, is de Europese tamme kastanje (en hybriden ervan) vaak de beste keuze. Met uitzondering van heel zware kleibodems, verdragen ze een wijde range van bodemtypes met lichte voorkeur voor goed gedraineerde leembodems. Het pH optimum schommelt tussen 5 en 6, maar ook iets zuurdere bodems behoren tot de mogelijkheden. Ze houden helemaal niet van basische gronden. Ze vereisen bovendien een hoog gehalte aan organische stof (minimaal 2%) in de bodem.

Kastanjeboom in bloei

Aanplant design

Voor tamme kastanjes in een agroforestry context wordt een minimale plantafstand van 12 meter in de rij en 20 meter tussen de rijen aangeraden door de uitgesproken schaduwwerking. Dit komt overeen met een maximale densiteit van 40 bomen per hectare in een agroforestry context. Bij een kastanjeplantage kan dit gaan tot 300 bomen per hectare. Het strooisel van kastanje is weliswaar traag afbreekbaar. Samen met de schaduwwerking zorgt dit ervoor dat een combinatie met akkerbouw moeilijk is en afgeraden wordt.

Jonge aanplant van kastanje

Bestuiving

De bloei vindt plaats tussen juni en juli wanneer de boom volledig in blad staat. De bloemen bestaan uit 10 tot 20 cm lange witachtige gele katjes welke overwegend met mannelijke bloemen bezet zijn. Onderaan deze katjes bevinden zich telkens 1 tot 3 vrouwelijke bloemen. Mannelijke bloemen komen gewoonlijk eerder in bloei dan de vrouwelijke waardoor kastanjes zelden zelfbestuivend zijn. Kruisbestuiving gebeurt meestal via de wind. In meer vochtige en koude omstandigheden zullen ook bijen en andere insecten (aangetrokken door de nectar) de verspreiding van het relatief zware stuifmeel op zich nemen. Om de bestuiving optimaal te laten verlopen wordt het in vochtigere klimaten dan ook aangeraden om om de drie bomen een variëteit gekend voor zijn goede bestuiving aan te planten en om tegelijkertijd meerdere variëteiten aan te planten.

Onderhoud

Beperkt bijmesten (N en K) tot een leeftijd van 5 – 8 jaar wordt aangeraden op arme bodems. Irrigatie van de jonge bomen is enkel nodig in periodes van extreme droogte.

Gedurende de eerste jaren na aanplant is een jaarlijkse vormsnoei noodzakelijk om een goed ontwikkelde boom met een doorgaande stam te bekomen en ervoor te zorgen dat de kruin maximaal zon beschenen is (koepel- of pyramidevormig). Deze snoei gebeurt het beste tijdens de zomermaanden (vanaf juni) zodat de wonden snel kunnen genezen en er geen risico op schorskanker is. Het 2de en 3de jaar zal deze snoei de ontwikkeling van een doorgaande spil met goed gepositioneerde gesteltakken bevorderen. Naar binnen groeiende takken en sterk met de toptwijg concurrerende takken worden weggesnoeid. Om vruchten met een groot formaat te bekomen selecteer je best groeikrachtige en voldoende vrijstaande takken. Ook takken die een te scherpe hoek vormen ten opzichte van de hoofdstam worden weggesnoeid omdat een groot risico bestaat dat deze in de toekomst zullen uitscheuren. Door het gewicht van de vruchten hebben de takken op de lange termijn de neiging om naar beneden te buigen. Daarom worden de onderste takken over het algemeen op een minimum hoogte van 1,80 m gesnoeid. Dit is nodig voor het beheer van de strook onder de bomen of voor de machinale oogst. Na het 3de jaar is verdere vorm snoei normaal gezien niet nodig, behalve het wegsnoeien van eventuele concurrenten van de topscheut.

Snoei van kastanje

Variëteitenkeuze

Er zijn tal van bestaande variëteiten van tamme kastanjes, elk met hun eigen specifieke tijdstip van rijping, smaak en vorm van de noten, resistentie tegen ziektes, voorkeur van klimaat,… De keuze van de variëteit wordt vooral bepaald door het klimaat en de gewenste vermarkting van de kastanjes, waarbij latere variëteiten meestal meer geschikt zijn voor warmere regio’s en de kastanjes ervan ook beter bewaren dan de vroege variëteiten. Daarom is het belangrijk een goede en weldoordachte keuze te maken inzake variëteitenkeuze. Deze paragraaf biedt u een uitgebreid overzicht.

De meest frequent aangeplante rassen in Europa worden uitgebreid besproken in tabel 1. Let wel dat hier enkel de rassen van de Europese tamme kastanje C. sativa, of hybriden van de Europese tamme kastanje met de Japanse tamme kastanje C. sativa x crenata besproken worden. De op wereldschaal meest geplante Chinese tamme kastanje C. mollissima heeft ook een zeer lekkere smaak (ietwat knapperiger), maar wordt hier niet verder besproken. Deze worden voornamelijk in Azië en Amerika aangeplant, dit omdat de meeste van deze rassen minder geschikt zijn voor ons klimaat.

Om de tabel met de rassen beter te begrijpen is een begeleidende tabel 2. Deze geeft alle besproken parameters van tabel 1 weer.

Tabel 1a: Overzicht verschillende rassen (deel 1) (* hybriden van Castanea sativa x Castanea crenata).

Ras

Boom

Noot

Ziekte-gevoeligheid

Groei

Grootte noot

Bewaring

Pelbaar-heid

Marron/

kastanje

Inkt-ziekte

Oosterse tamme kastanje galwesp

Kastanje-kanker

Groei-snelheid

Kroon-grootte

Belle Epine

+

-

+-

++

Rond

++

+-

+-

M/C

Bouche de betizac*

+

++

+

+

Recht

+

+

++

M/C

Bouche Rouge

+-

+

Groot

+-

+

+

M/C

Bournette*

+-

-

+-

Rond

+

++

++

M/C

Dorée de Lyon

+-

Klein rond

+-

+

+-

C

Maraval*

++

-

+-

+-

Zeer recht

++

+

+-

M

Maridonne*

+-

-

+-

+-

Recht

++

+

+

M

Marigoule*

++

--

+

+

Rond

++

+

++

M

Marlhac*

++

++

+

+

M

Marron de goujounac

-

--

+

Rond

+

+

+

M

Marron de Redon*

+-

Recht

+

M/C

Marsol*

+

--

+

+

Recht/

compact

++

+

+

M

Précoce de Vans

+-

-

M

Précoce Migoule*

-

-

+-

Recht

+

+

+

C

Rousse de Nay

+-

Recht

+-

+

C

Verdale

+-

-

+

Recht

-

++

M

Vignols*

++

Recht

++

+-

C

Tabel 1b: Overzicht verschillende rassen (deel 2) (* hybriden van Castanea sativa x Castanea crenata).

Ras

Productie

Opmerking

Zelf-bevruchtend

Oogst-datum

Eerste productie

Maximale productie

Geschikt als bestuiver

Belle Epine

+

+-

+-

+

++

Geschikt om vers of verwerkt te eten

Bouche de betizac*

--

+

+

+

--

Geschikt om vers of verwerkt te eten

Bouche Rouge

+-

--

+-

Geschikt om vers of verwerkt te eten, lange rijpperiode, roder van kleur

Bournette*

+-

+-

++

+

+

Geschikt om vers of verwerkt te eten, korte rijpperiode

Dorée de Lyon

+-

+-

+

+

+-

Laat uitlopend, geschikt om vers te eten, korte rijpperiode

Maraval*

+

+-

++

+

++

Geschikt om vers of verwerkt te eten, vaak gebuikte onderstam, korte rijpperiode

Maridonne*

+

--

+

+

++

Geschikt om vers of verwerkt te eten

Marigoule*

+-

+

+

+

+-

Geschikt om vers of verwerkt te eten, zeer zoet

Marlhac*

--

+-

--

Geschikt om vers te eten, vaak gebruikte onderstam

Marron de goujounac

+

+-

+-

+

++

Geschikt om vers te eten, korte rijpperiode

Marron de Redon*

--

+-

++

+-

Geschikt om vers te eten, korte rijpperiode

Marsol*

+

+-

+

+-

+

Vroeg uitlopend, vaak gebruikte onderstam, korte rijpperiode

Précoce de Vans

--

++

Geschikt om vers te eten, korte rijpperiode

Précoce Migoule*

+

+

++

+

++

Geschikt om vers te eten (zoet), korte rijpperiode

Rousse de Nay

+

-

+

++

Geschikt om vers te eten, lange rijpperiode

Verdale

+

+-

+-

+

+

Geschikt om verwerkt te eten

Vignols*

+

+-

+-

++

Geschikt om vers of verwerkt te eten, korte rijpperiode

Tabel 2: Begeleidende tabel: uitleg parameters tabel 1.

Parameter

Notatie tabel

Ziektegevoeligheid

Inktziekte
(Phytopthora cinnamomi: Phytopthora root rot)

++ zeer resistent/tolerant; + resistent/tolerant; +- neutraal; - gevoelig; -- zeer gevoelig

Oosterse tamme kastanje galwesp
(Dryocosmus kuriphilus)

Kastanjekanker
(Cryphonectria parasitica)

Groei

Groeisnelheid
(groeisnelheid van de jonge boom)

++ zeer snel; + snel; +- gemiddeld; - traag; -- zeer traag

Kroongrootte/vorm
(kroongrootte/vorm van de volwassen boom)

++ zeer groot; + groot; +- gemiddeld; - klein; -- zeer klein

Vrucht

Grootte vrucht

++ zeer groot; + groot; +- gemiddeld; - klein; -- zeer klein

Bewaring
(bewaring van de vrucht na het oogsten)

++ zeer goed; + goed; +- gemiddeld; - slecht; -- zeer slecht

Pelbaarheid
(pelbaarheid van de vrucht)

Marron/kastanje
(marron: <12% van de vruchten is gesplitst, kastanje: >12% van de vruchten is gesplitst)

M: marron; C: kastanje

Productie

Zelfbevruchtend
(de boom is zelfbevruchtend)

++ zeer goed; + goed; +- gemiddeld; - slecht; -- zeer slecht

Geschikt als bestuiver

++ zeer geschikt; + geschikt; +- gemiddeld; - eerder niet geschikt; -- niet geschikt

Oogstdatum
(tijdstip in het seizoen waarop de vruchten geoogst kunnen worden)

++ zeer vroeg; + vroeg; +- gemiddeld; - laat; -- zeer laat

Eerste productie
(leeftijd van de boom waarop de eerste vruchten geoogst kunnen worden)

Maximale productie
(hoeveelheid noten geproduceerd van de volwassen boom)

++ zeer veel; + veel; +- gemiddeld; - weinig; -- zeer weinig

Opmerkingen

(Tekst)

Merk op dat er hierbij geen kolom met smaak is. Dit omdat smaak iets persoonlijk is en dus niet samen te vatten is in één of meerdere kernwoorden. Wel kan er algemeen gezegd worden dat de C. sativa rassen eerder een elastische en melige kastanjes produceert. Deze worden dan ook vaker gebruikt om te verwerken tot meel. De C. mollissima rassen zijn knapperiger en worden vaker gebruikt worden als gepofte noten. Uiteraard zijn ook hierop uitzonderingen. Daarom is aan te raden om vooraleer bepaalde rassen aan te planten, deze eerst te gaan proeven bij één of meerdere boomkwekers. Dan kan een betere en meer bedachtzame keuze gemaakt worden. Een overzicht van verschillende boomkwekerijen is gegeven in tabel 3. Uiteraard zijn er nog andere boomkwekerijen te vinden! Tabel 4 geeft een overzicht welke rassen bij elke boomkwekerij te vinden zijn. Dit overzicht werd opgesteld in april/mei 2022, het actuele aanbod kan ondertussen al gewijzigd zijn.

Tabel 3: Overzicht van verschillende boomkwekerijen.

A

Pépinières De La Hunelle (www.lahunelle.be)

B

Kwekerij Culinair (www.kwekerijculinair.nl)

C

Pépinière Central-Jardin (www.central-jardin.be)

D

Boomkwekerij Willaert (www.willaert.be)

E

Kwekerij De Smallekamp (www.desmallekamp.nl)

F

Bomenwebshop De Nootsaeck (www.denootsaeck.com)

G

Boomkwekerij ’t Herenland (www.herenland.nl)

H

Kwekerij De Zoete Wei (www.kwekerijdezoetewei.be)

I

Kwekerij Het Eetbaargoed (www.eetbaargoed.nl)

Tabel 4: Overzicht van de verschillende rassen beschikbaar bij de boomkwekerijen.

A

B

C

D

E

F

G

H

I

Belle Epine

0

0

0

0

0

0

1

1

1

Bouche de betizac

0

1

0

0

0

1

1

1

1

Bouche Rouge

0

0

1

0

0

0

0

0

0

Bournette

0

0

0

0

0

0

0

1

0

Dorée de Lyon

1

1

1

0

1

1

1

1

1

Maraval

0

1

0

1

0

1

1

1

1

Maridonne

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Marigoule

1

0

0

1

0

1

1

1

1

Marlhac

0

0

0

1

0

0

1

1

1

Marron de goujounac

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Marron de Redon

0

0

1

0

0

0

0

0

0

Marsol

0

0

1

0

0

1

1

1

1

Précoce de Vans

0

0

0

0

0

1

0

0

0

Précoce Migoule

0

0

0

0

0

1

1

1

1

Rousse de Nay

0

0

0

0

0

1

1

0

0

Verdale

0

0

0

0

0

0

1

0

0

Vignols

0

0

0

0

0

0

0

0

0

In de overzichtstabel wordt ook aandacht besteed aan de bestuiving. Sommige rassen zijn, zoals reeds hierboven vermeld, mannelijk steriel. Daarom is het belangrijk om goed na te gaan welke rassen elkaar kunnen bestuiven. Enkel bij voldoende bestuiving doorheen de boomgaard kan er een grote productie bekomen worden.

Verder is het belangrijk om een goede keuze te maken voor de onderstam. Op heden werken de meeste boomkwekers in België en Nederland nog met de gevoeligere C. Sativa onderstammen. Deze zijn minder resistent tegen de inktziekte. Toch zijn er wel een paar C. sativa rassen met een gedeeltelijke resistentie. Zeker in nattere omstandigheden, bijvoorbeeld als het perceel geïrrigeerd wordt, is het risico op de inktziekte groot. Daarom is het gebruiken van een C. crenata als onderstam meer aan te raden, deze heeft naast een hoge resistentie tegen de inktziekte ook een betere resistentie tegen kastanjekanker. Echter is deze onderstam op heden nog niet frequent te vinden bij boomkwekers.

Uiteraard kan ook de keuze gemaakt worden om met zaailingen te werken. Dit heeft voor- en nadelen. Zo zijn zaailingen robuuster en zal er dus minder uitval zijn in de eerste jaren. Verder is geen enkele plant identiek, dit maakt dat er een betere bestuiving in de boomgaard is. Het spreekt voor zich dat zaailingen ook een stuk goedkoper zijn dan geënte bomen. In deze situatie kan het ook een optie zijn om bij aanplant de bomen dichter dan normaal te plaatsen om dan later de zwakkere zaailingen te verwijderen. Voordelen van deze hogere plantdichtheid zijn enerzijds dat er in de eerste jaren hogere oogsten gehaald kunnen worden. Ook zal er bij de hogere plantdichtheid een betere bestuiving zijn aangezien meer pollen geproduceerd worden op het perceel. Wel is er het nadeel bij zaailingen dat er minder zekerheid is over welke rassen er aangeplant zijn. Bij de eerste oogsten kunnen de vruchten niet zoals gewenst zijn. Een vaak voorgestelde tussenoplossing is om 50/50 aan te planten. Verder is ook belangrijk op te merken dat geënte bomen soms toch een verlaagde productie kunnen vertonen door een mislukte enting.

Wat met de kastanjes?

Oogst en opbrengst

Vijf jaar na de aanplant kunnen vaak de eerste (kleine hoeveelheden) kastanjes geoogst worden. Op een leeftijd van 12 – 15 jaar komen tamme kastanjes in volle productie. Bij een densiteit van 70 bomen per hectare schommelen opbrengsten gewoonlijk rond de 1 – 1.6 ton ontbolsterde kastanjes per jaar (komt overeen met 15 -25 kg per boom). Om de productie van je aanplant in de beginjaren op te krikken kan ervoor gekozen worden om de bomen in dubbele densiteit aan te planten en na 10 jaar een dunning door te voeren.

De oogstperiode start typisch in september (vroege variëteiten) en loopt tot half november (laatste variëteiten). Noten moeten direct na afvallen (natuurlijk of door schudden) opgeraapt worden. De oogst kan manueel of machinaal gebeuren, afhankelijk van de grootte van de boomgaard. Voor een oppervlakte tot 5 ha is een manuele oogst aangewezen (bv. met de nut wizard). Gemiddeld kan er per persoon 160 kg kastanjes verzameld worden per dag, voor een kost van 0.55 – 0.65 euro per kg. Grotere plantages worden geoogst met behulp van netten, opzuig- en opveegmachines waardoor de manuele oogstkost tot ruim de helft kan gereduceerd worden. Daartegenover staat natuurlijk een hoge investeringskost vanaf 7000 euro voor de kleinste opzuigmachines tot ruim 40 000 euro voor grotere exemplaren.

Oogst kastanje

Verwerking en bewaring

Na de oogst worden de kastanjes gewassen om de slechte eruit te halen. Ze worden daartoe in een voldoende diepe bak gedompeld gedurende 20 à 30 min waarbij ze frequent worden omgeroerd. De goede kastanjes bezinken en de slechte drijven boven waarna ze worden verwijderd.

Maximum 48 uur na de oogst worden de kastanjes zo snel mogelijk gekoeld bij 0 – 1°C voor een optimale bewaring.

Als noten gedroogd moeten worden dient dit ook snel na de oogst te gebeuren om verliezen door schimmel te vermijden. Drogen doodt ook alle larven in de noot. Er dient gedroogd te worden tot 15% vocht bij een temperatuur van 40 – 50°C. Dit kan 3 – 5 dagen duren. De kernen worden hard, graanachtig en stabiel bij kamertemperatuur. Om bloem van te maken dienen de kastanjes verder gedroogd te worden tot 7%, anders gaan ze koeken bij het maalproces.

Gedroogde noten kunnen eenvoudig geschild worden en kunnen geschild of ongeschild bewaard worden. Ook het inblikken van kastanjes is een wijdverspreide bewaringstechniek (bv. kastanjes in suikersiroop, kastanjepuree). De stabilisatie is bereikt door verwarmen en ingrediënten zoals suiker, zout en alcohol welke de groei van micro organismen verhinderen. Ten slotte worden kastanjes ook onder verschillende vormen ingevroren (nl. gepeld, gemalen en geroosterd).

Plagen en ziektes

Verspreid over Europa komen een aantal ernstige plagen en ziektes voor die aanzienlijke schade kunnen aanrichten in de kastanjeboomgaarden. Een goede rassenkeuze is dan cruciaal.

Hieronder een overzicht van de voornaamste plagen en ziektes:

  • Kastanjesnuitkever (Curculio elephas): legt eitjes in de kern van de kastanje. Larven voeden zich met deze kern net voor de oogst. Na afvallen komen de larven uit en overwinteren ze in de bodem (tussen de 5 en 15 cm diep). In het voorjaar komen sommige adulten uit en verplaatsen zich naar de boomkruinen, terwijl andere larven verschillende jaren in de bodem kunnen overleven. Larven van de gewone bladroller (Pammene fasciana) veroorzaken gelijkaardige schade. Feromoonvallen
    of het huisvesten van dieren (zoals kippen) net voor en na de oogst kunnen een oplossing bieden.
  • Oosterse tamme-kastanjegalwesp (Dryocosmus kuriphilus): leggen zijn eitjes op de eindknoppen en limiteert zo de groei. Richtte in het verleden veel schade aan in USA en heeft zich intussen ook verspreid over Europa. Sommige Japanse variëteiten vertonen resistentie.
  • Kastanjekanker (Cryphonectria parasitica): parasitaire schimmel die alle bovengrondse delen infecteert via natuurlijke en artificiële wondjes op oude takken en nieuwe scheuten (bv. snoeiwonden of entvlakken).
  • Inktziekte (Phytophtora cinnamomi): wijdverspreide schimmelziekte die de wortels aantast in de winter (niet tijdens groeiseizoen). Startend bij de uiteinden van de wortelhaartjes tast deze schimmel uiteindelijk zelfs de basis van de stam aan.
    Wortels stoppen met groeien en scheuren waarbij ze een zwarte vloeistof (geöxideerde tannines) lekken. De aantasting van het wortelsysteem gaat gepaard met progressieve sterfte van de bovenste takken en beetje bij beetje de ganse boom. Sommige variëteiten (Japanse variëteiten en hybriden ‘Marigoule’ en ‘Maraval’) vertonen resistentie, waarbij de wortels herstellen van een infectie door het vormen van barrières met kurk. Om deze schimmelaantasting te voorkomen is
    de beste aanpak te planten op goed gedraineerde gronden en ervoor te zorgen dat wortels geïnoculeerd zijn met mycorrhizae.

Samenvattend

  • Kastanjebomen gedijen in een brede range aan klimaat- en bodemcondities
  • Voedzame kastanjes zijn aantrekkelijk voor de consument
  • Kwaliteitshout van hoge waarde
  • Brede kroon (schaduw) en traag afbrekend strooisel maken kastanjes minder ideaal voor een combinatie met akkerbouw
  • Brede kroon goed voor dierenwelzijn bij begrazing door dieren (schaduw, schuilplaats)
  • Nodige aandacht vereist omtrent enkele plagen en ziektes die veel schade kunnen aanrichten

Referenties

Beccaro G., Alma A., Bounous G. Gomes-Laranjo J. 2021 The chestnut handbook, crop and forest management. CRC Press.

Chastaing S., Méry D., Pages G. Tournade J. 2015 Conduite du châtaignier en agriculture
biologique dans le sud-ouest
. Chambre d’agriculture Dordogne.

Crawford M. 2016 How to grow your own nuts. Green Books

Gauthier Michel. Les carnets du Croqueur de pommes - le châtaignier. ISBN 978-2-909717-63-0

Zarnowski J. & Zarnowski D. 2020 The hazelnut and chestnut handbook.

http://www.bomenwijzer.be/

http://biologie.ens-lyon.fr/ressources/Biodiversite/Documents/la-plante-du-mois/chataigne-ou-marron-le-regard-du-botaniste

https://www.kcnl.nl/upload_mm/0/0/e/69055cae-256b-4343-840e-4c8d10636468_Tamme%20kastanje%20rassen.pdf

https://dordogne.chambre-agric...