Informatiefiche Kleine maten, grote maten: welke boomtypes te kiezen?

17/02/2021

Bij de aanplant van de bomen kunt u kiezen voor verschillende formaten en types van plantsoen.

Bosplantsoen zijn planten van een tot enkele jaren oud, meestal 30 tot 150 cm groot. Aanplanting gebeurt meestal met naakte wortel. Bosplantsoen is goedkoop, gemakkelijk hanteerbaar en vlot aan te planten. Er is een grote kans dat de boompjes goed aanslaan. Maar het plantsoen is kwetsbaar, moet mogelijks vrijgesteld worden van concurrerende vegetatie en beschermd worden tegen wildschade van bv. ree, konijn of haas. Bovendien zijn de bomenrijen in de beginfase niet goed zichtbaar wat de kans op beschadiging door landbouwwerktuigen vergroot. Het gebruik van beschermende kokers, vaak in opvallende kleuren verkrijgbaar, kan dit risico echter wegnemen. Bij bosplantsoen is er ook kans dat er meerdere dominante eindscheuten zijn; vormsnoei is dan van cruciaal belang voor de productie van kwaliteitshout.

Hoogstammen zijn grotere planten en worden in omtrekklassen ingedeeld: 8/10 is bijvoorbeeld een boom met een stamomtrek op 1 m hoogte van 8 tot 10 cm (of ongeveer 3 cm diameter). Ze zijn duurder in aankoop (factor 10 of meer ten opzichte van bosplantsoen) en vergen meer inspanning bij het aanplanten. Er is meer risico op slecht aanslaan, bijvoorbeeld bij langdurige droogte in het voorjaar, maar met een correcte planttechniek worden meestal goede resultaten gehaald. Betere zichtbaarheid, minder kans op wildschade, geen vrijstelling nodig en bij kwaliteitsvolle planten meer garantie op één dominante eindscheut zijn potentiële voordelen t.o.v. bosplantsoen.

Van populieren(klonen) en wilgen(klonen) zijn er ook vegetatief vermeerderde (onbewortelde) stekken (klein formaat) en poten (groot formaat) in de handel verkrijgbaar. Stekken zijn zeer goedkoop, poten zitten qua kostprijs tussen bosplantsoen en hoogstammen.

Samengevat

Kleinere maten:

  • zijn meestal goedkoper.
  • zijn relatief makkelijk te planten en te manipuleren, maar vragen meer nazorg en bescherming.
  • duurt langer vooraleer het eindbeeld benaderd wordt.
  • beschikken meestal nog over een penwortel wat ervoor zorgt dat de bomen een steviger wortelgestel zullen ontwikkelen.
  • vaak zal kleiner plantgoed in de eerste jaren na aanplant sterker groeien dan hoogstambomen.

Grote maten:

  • geven sneller effect.
  • zijn duurder in aankoop.
  • zijn moeilijker handelbaar en dus ook duurder om te vervoeren en te planten.
  • De mogelijke problemen bij aanplant nemen evenredig met de maat toe. Ongeacht de grootte van de wortelkluit gaat proportioneel meer wortelmassa verloren bij grotere maten. Daarom lijden deze meer bij aanplanting en slaan ze ook moeilijker aan. Het is dus zeker niet altijd aangewezen om het grootste en duurste plantgoed aan te kopen.
  • Sommige soorten verdragen verplanting beter dan andere. Soorten die moeilijk te verplanten zijn, zoals soorten met grove wortels, worden het best in een kleinere maat aangeplant.

Bronnen

ANB en Inverde, 2008. Technisch Vademecum bomen – Harmonisch park- en groenbeheer. Beschikbaar via http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/technisch-vademecum-bomen-harmonisch-park-en-groenbeheer