Informatiefiche Schade aan de bomen door dieren

19/02/2021

Tijdens de eerste jaren na aanplant zijn de jonge bomen erg kwetsbaar. Het is daarom belangrijk te weten of er risico’s zijn voor schade veroorzaakt door vee, wild of knaagdieren. Schade aan de bomen kan zorgen voor een vertraging van de groei en een onomkeerbare achteruitgang van de houtkwaliteit, maar in sommige gevallen zal het zelfs noodzakelijk zijn de aangetaste bomen te vervangen.

Het is dus belangrijk vooraf een goede diagnose te maken van de risico’s om de soorten schade te identificeren. Zo kom je tot de keuze van een duurzaam en betrouwbaar type bescherming of de keuze voor een boomsoort die minder gevoelig is voor de vraat.

Omvang en type schade zijn afhankelijk van het soort dieren op het perceel. Paarden tasten bijna elke boom aan waar ze aankunnen. Wanneer ze er niet van eten, zullen ze zich er wel tegen schuren of op een andere manier de bomen aantasten (Van Gils, persoonlijke communicatie).

1. Schade door vee

1.1 Snoeien / knagen

Deze schade is typerend voor geiten, maar komt ook voor bij schapen, paarden/pony’s en ezels

  • Schade door vraat
  • Nagenoeg alle boomsoorten
  • Kraken van de zijtakken en hoofdscheut en gedeeltelijke of volledige ontbladering.

1.2 Ontschorsen

Vooral door schapen (bomen met gladde schors), geiten en paarden (ergste schade, zelfs in staat om oude fruitbomen zodanig te beschadigen dat ze sterven).

  • Schade door vraat
  • Risico is grootst bij gevoelige soorten met dunne schors of aantrekkelijke soorten zoals fruitbomen
  • Oorzaak: tekorten aan voedingsstoffen (minerale zouten of vezels) of verveling
  • Eerste symptomen: schors geschraapt door snijtanden
  • Risico’s: rotten, uitdrogen en sterfte.

1.3 Duwschade

Vooral door rundvee en paarden.

  • Schade door gedrag; de noodzaak van dieren om zich te wrijven en te krabben tegen parasieten of het verminderen van jeuk
  • Preventie; plaats koeborstels in de stallen of paaltjes in de wei die kunnen gebruikt worden om zich tegen te schuren.

1.4 Wortelschade

Wanneer er onvoldoende bomen op de weide staan, kan het vee zich groeperen rond één of enkele bomen en hier bodemverdichting veroorzaken. Ook nabij voeder- of drinkplaatsen van bv. runderen kan dit het geval zijn. Door dergelijke compactie kan ook vochtdoorlaatbaarheid minder goed zijn, waardoor modder kan ontstaan. Grote hoeveelheden mest kunnen ook nadelig zijn. Het is dus belangrijk om het aantal bomen voldoende hoog te houden en de bomen te spreiden over de weide zodat de impact verdeeld wordt en overmatige betreding voorkomen wordt.

Klei- en leembodems zijn gevoeliger dan zandbodems, en natte bodems zijn gevoeliger dan droge bodems.

Gevoeligheid van de verschillende soorten:

  • Hoog: tamme kastanje, kornoelje, eenstijlige meidoorn, moerbei, mispel, walnoot, zoete kers, gewone esdoorn
  • Laag: zwarte els, veldesdoorn, haagbeuk, raterpopulier, grauwe abeel, zomer- en wintereik, lijsterbes

Pluimvee kan door een ongelijkmatige spreiding in de uitloop ook wortelschade veroorzaken, zeker bij oppervlakkige wortelaars zoals kleinfruit. Ook bij wroetende varkens is wortelschade een aandachtspunt.

wortelschade kiwibes pluimvee
Wortelschade bij kiwibes veroorzaakt door pluimvee.
Wortelschade bij wilg veroorzaakt door pluimvee.

2. Schade door wild

2.1 Snoeien / knagen

Herkauwers (bv. hertachtigen) zorgen voor schade aan bomen door het opeten van knoppen, bladeren, naalden en al dan niet verhoutte scheuten. De dieren kunnen een heel jaar schade aanrichten maar meer op het einde van de winter (voedseltekort) en het begin van de lente (jonge scheuten).

Gevoeligheid van de verschillende soorten:

  • Hoog: zoete kers, gewone es, eik, wilg, esdoorn, lijsterbes, zachte berk
  • Gemiddeld: beuk, kastanje, notelaar
  • Laag: ruwe berk, els, linde, grauwe abeel

2.2 Veegschade

Reeën beschadigen jonge boompjes door het vegen van het gewei. Deze wonden kunnen leiden tot groeimisvormingen of zelfs het afsterven van de boompjes. Bij hakhout kunnen ze vreten aan terugschietende loten, waardoor de doelstelling vertraagt of zelfs onmogelijk wordt (Casaer, 2004).

Herten en reeën verkiezen eik, esdoorn en boskers (Ecopedia, 2020)

2.3 Ontschorsing

Gebeurt vaak in de winter tijdens langer periodes van voedselschaarste en hoge densiteit van hertachtigen.

Gevoeligheid van de verschillende soorten:

  • Hoog: gewones es, lijsterbes, wilg, esdoorn, kastanje, meidoorn
  • Gemiddeld: beuk, populier, haagbeuk
  • Laag: eik, berk, els

3. Schade door knaagdieren

Schade aan wortels en schors van voornamelijk zaailingen door hazen, konijnen en kleine knaagdieren. Voornamelijk in perioden wanneer voedsel schaars is. Schors en wortels zijn dan een welkome bron van plantaardige vezels, mineralen en water. Anderzijds is de reden voor vraat aan wortels en schors ook een gevolg van het feit dat knaagdieren hun snijtanden moet onderhouden.

Hazen en konijnen richten vooral schade aan tijdens de winter. Zij verkiezen beuk en eik (Ecopedia, 2020).

Bronnen