Nieuws | Projectnieuws | Publicatie Van wal steken met walnoten?
Walnotenbomen zijn reeds eeuwenlang in onze streken te vinden. De walnoten en de daaruit verwerkte producten die we hier bij ons consumeren komen echter voornamelijk nog uit Zuidoost-Europa en Noord-Amerika. Toch zien we in Vlaanderen en Nederland een toenemende interesse in de productie van walnoten. Niet alleen is het walnoothout van hoge kwaliteit, ook de (verwerkte) voedzame noten worden sterk gewaardeerd bij consumenten. De stijgende aandacht voor lokale productie en de Vlaamse Eiwitstrategie dragen evenwel bij tot de groeiende interesse voor de teelt. Tijd dus voor een stand van zaken en enkele tips!
Walnoten in een agroforestry-systeem
Agroforesty, ofwel boslandbouw, is een landbouwsysteem waarbij bomen of struiken gecombineerd worden met de teelt van gewassen of vee. Bomenrijen met walnoten lenen zich goed voor agroforestry, zowel in combinatie vee als met akkerbouwgewassen. Walnotenbomen zijn diepwortelend en de meeste rassen blijven eerder laag, hebben een open kroon en komen relatief laat in blad. Daardoor blijft de competitie voor zonlicht en water met gewassen beperkter in vergelijking met andere boomsoorten. De bladval van de snel afbrekende bladeren, zorgt ook voor extra natuurlijke toevoer van nutriënten en organisch materiaal. Voor vee zorgen de bomen voor schaduw en beschutting bij regen. Niet-geoogste noten kunnen een interessante aanvulling vormen op het rantsoen.
Enkele tips voor een goede start
Walnotenbomen stellen geen hoge eisen aan de bodem, maar gedijen het best op een luchtige, goed doorlatende en diep bewortelbare bodem. Percelen met een te hoge grondwaterstand worden best vermeden. In agroforestry-context kies je voor ruimere plantafstanden dan bij een intensieve notengaard, zodat je met je breedste machines aan de slag kunt tussen de bomenrijen. Denk op voorhand na over het doel van je bomen. Voor houtproductie zal je andere rassen kiezen of een andere snoeiwijze hanteren, dan wanneer je mikt op een maximale notenproductie. Doorgaans worden meerdere rassen op één perceel aangeplant met het oog op een goede bestuiving. Voldoende overlap tussen de mannelijke en vrouwelijke bloei bij de verschillende rassen is hierbij cruciaal. Hou er bij je aanplantplan wel rekening mee dat het oogsttijdstip ook verschilt tussen rassen. In de eerste jaren na aanplant is het ook aan te raden om organische bemesting aan te brengen op de boomspiegels en deze vrij te houden van vegetatie.
Een gouden regel voor een succesvol agroforestry-systeem is dat je je bomen met dezelfde zorg en toewijding behandeld als je andere teelten. Enkel zo pluk je later de vruchten van je investering.
Laat uitlopende rassen
Het tijdstip waarop walnoten bloeien, hangt af van ras en seizoen en varieert tussen eind maart en tweede helft mei of nog later. Deze laatste groep, de laat uitlopende rassen, blijken een nog onbenut potentieel te hebben. Zo kan de schaduwdruk op de tussengewassen beperkter zijn, maar kan ook het risico op productieverlies door late voorjaarsvorst verminderen. Zeker in kader van de huidige klimaatverandering gaan knoppen in het voorjaar mogelijks steeds vroeger gaan uitlopen, waardoor het risico schade door op nachtvorst toeneemt. Laat uitlopende rassen vormen zo een oplossing. De rassen zijn mogelijks ook minder vatbaar voor enkele veelvoorkomende ziekten en plagen, zoals bacteriebrand, bladvlekkenziekte, walnootboorvlieg en de fruitmot.
Deze laat uitlopende rassen zijn echter nog niet commercieel verkrijgbaar. Daarom werd enthout verzameld bij moederbomen die laat uitliepen in samenwerking met Vlaamse en Nederlandse notenkenners. Deze bomen werden vermeerderd en opgekweekt en uitgeplant op zeven proeflocaties in de winter van 2020-2021. Na drie proefjaren werden vijf proeflocaties weerhouden voor verdere opvolging van het uitlopen van de bladeren, de bloei, de bladaantasting en de groei van de bomen. Uit de eerste proefjaren blijkt effectief dat de bomen pas uitlopen na half mei, in tegenstelling tot de courante rassen. Ook de bloei begon pas na de ijsheiligen, wat belangrijk is om de vorstschade te vermijden. Het aantal proefjaren is uiteraard nog beperkt om al echte conclusies te trekken, verdere opvolging in de komende jaren moet de huidige vaststellingen nog bevestigen.
Proefperceel Inagro
Ook bij Inagro in West-Vlaanderen demonstreren ze het potentieel van agroforestry als een klimaatrobuust en veerkrachtig landbouwsysteem. Op het proefperceel van 1,4ha combineren ze er noord-zuid georiënteerde rijen walnoten met daartussen akkerbouwgewassen (maïs, aardappelen, wintergraan en veldbonen) en groenten (prei, wortelen, kolen en knolselder) in een zesjarige rotatie. In de strook onder de bomen is een meerjarig bloemmengsel ingezaaid om zo de natuurlijke plaagbestrijding op het perceel te bevorderen. Het perceel wordt opgevolgd naar opbrengst van zowel de tussenteelten als de walnoten, naar bodemkwaliteit, naar microklimaat, naar biodiversiteit en naar financiële rendabiliteit. Deze parameters worden gemonitord in afstand tot de bomenrijen.
Dit artikel verscheen ook in de Boer&Tuinder van 30 oktober 2024