Agroforestry wordt gedefinieerd als de moedwillige integratie van houtachtige vegetatie met andere landbouwactiviteiten in de kruidlaag. Wanneer de teelt van bomen of struiken gecombineerd wordt met deze van grasland en vee, spreekt men van een silvopastoraal systeem. Een silvopastoraal systeem biedt landbouwdieren naast beschutting ook voedsel doordat twijgen, bladeren en/of fruit geproduceerd wordt dat gegeten kan worden door het vee. De twijgen en bladeren zijn een interessante aanvulling in de voeding, omdat ze bijvoorbeeld andere sporenelementen bevatten dan grassen. Bovendien kunnen de bomen ook gebruikt worden om tegenaan te schuren om hun vacht te onderhouden.